Rust op reis

Mediteren in Paestum, Italie.

Eén van mijn goede voornemens is meer rust nemen. Op reis. Dat wil ik bij de volgende reis naar Singapore gaan toepassen. Ik ga met mijn verwekkers deze stad bezoeken en dat staat normaal garant voor het behalen van de 100 km op de stappenteller, in een week tijd. Ik heb het niet van een vreemde. Ik heb een vader die 2x per week 18 km loopt en volleybal speelt en een moeder die 3x per week in de fitness te vinden is en de nodige kilo’s omhoog tilt. En dan heb je mij.

 

Dan zou de komende reis naar Singapore er normaliter zo uit zien. Van wijk naar wijk lopen, een stadswandeling doen, door de wetlands hiken. Een street art route gaan lopen die ik op internet heb gevonden. En zo komt er van rust nemen weinig tot niets terecht. Alle interessante musea worden bezocht, alle mooie plekken bekeken, de licht- en watershows by night zijn al ingepland en ga zo maar door. Oh ja, ik vind vast nog wel een mooie muziek- of theatervoorstelling om ’s avonds te bezoeken. Het ontbijt, de lunch en het avondeten zijn de enige momenten van rust.

 

Mijn afgelopen reis naar Amerika was wel het toppunt van jakkeren. In 26 dagen tijd hadden we 8200 kilometer op de teller. Een afstand van Sittard naar Mumbai. Do I need to say more?

De thuisblijvers kregen spontane hyperventilatie als ze op Facebook en Polar Steps zagen en lazen wat we op één dag gezien, gereden en nog meer gezien hadden. Dat alle view points werden aangedaan, dat alle wandelroutes werden gelopen, alle scenic routes werden gereden en alle wegen door alle Nationale Parken werden doorkruist met als toppunt, het 3x rijden van de Tioga Pass in Yosemite Park. Even om de niet VS-ganger een beeld te geven. Een enkele reis Tioga Pass is 140 km door de bergen. We kregen als tip om deze zeker eens te rijden, maar om dat nu 3x te doen….Dan reed ik in de haarspeldbochten zo’n 20-30 km/h, het maximale tempo dat je kunt halen. Onderwijl werd me gevraagd om nog even de foto’s te bekijken op het schermpje van de camera in de meest scherpe bocht (waarschijnlijk om tijd te winnen werd dat niet op een later moment gevraagd) en toen ik zei dat ik dat liever op een veiligere plek deed, was het antwoord:” Ja, jij kunt ook niet autorijden.”

 

Het tempo van de reis was zo extreem hoog dat als ik als hint zei: ’Oh kijk!! Een German Bakery om lekker Käsekuche te eten met een cappuccino erbij!” mijn reisgenote met 100 km/h door de bebouwde kom scheurde, de hint niet oppikte en de voetgangers verbouwereerd op de stoep bleven staan om te kijken welke onverlaat zo hard door hun stad reed. Als ik eens kon lunchen, was dat een ongekende luxe.

 

Dat ga ik komende maand anders doen. Er worden genoeg smikkel-momenten ingebouwd. Het ontbijt wordt rustig genuttigd. Ik ga warempel misschien wel uitslapen tot 7.30-8.00 uur om de dag op mijn gemak te starten. Afhankelijk van hoe de jetlag valt.  Ik sla een slag om de arm. We zijn nu immers niet het meest luie gezin op deze wereld. Maar ik ga een poging wagen om dit goede voornemen te laten slagen.

Vliegschaamte versus inleving in andere culturen

Afgelopen zaterdag stond er een opiniestuk in de Volkskrant over vliegschaamte en of de CO2-uitstoot opweegt tegen de verrijking van je leven als je reist en met andere culturen in aanraking komt en je je hierdoor beter kunt inleven in andere mensen. Zie: https://tinyurl.com/v8aknag

Uiteraard, het zal niemand verbazen, kon ik me vinden in deze theorie van Hidde Boersma. Sinds het woord Vliegschaamte is geïntroduceerd negeer ik dat volkomen en ik heb er dan ook totaal geen last van. Ik doe andere dingen om de wereld een klein beetje beter te maken en we kunnen zoals reisorganisatie Koning Aap in het opiniestuk wordt geciteerd “het beste thuisblijven als we de planeet willen redden”. Maar daar tegenover staat dat we dan niet leren van andere mensen, ons minder goed kunnen inleven in andere culturen en hun gewoonten en minder tolerant zijn ten opzichte van mensen met een andere achtergrond dan wijzelf. Er is geen Diandra die niet bereisd is, dus ik weet niet of ik anders in het leven zou staan als ik nog nooit buiten Europa (of Nederland) zou zijn geweest. Maar ik merk wel dat ik met veel mensen op reis een connectie kan leggen, omdat je hun land kent. Als je in de lift staat met iemand uit Taipei en je kunt zeggen:” Oh, I have been in Taipei and in the 101 tower!”, dan heb je meteen een gespreksonderwerp.

Ik beweer altijd, zonder enig wetenschappelijk of ander aangetoond bewijs, dat de rechts populistische politici minder bereisd zijn dan Floortje (Dessing uiteraard) of ik. Dat ze daarom de domme en onwetende dingen zeggen die ze zeggen. Dat ze nog nooit een fatsoenlijk gesprek hebben gevoerd met een Tibetaan, een Vietnamees of een Peruaan. Daarom kunnen ze niet ervaren dat we voor 99% hetzelfde zijn. Ook al zijn onze levens soms helemaal anders, in de kern zijn we allemaal hetzelfde, voelen we hetzelfde en ervaren we dezelfde twijfels, verdrietjes, hoop en vreugde.

Zo was ik met mijn vriendin Dina uit Nepal in een dorpje buiten Kathmandu en we liepen daar rond en hadden een schooltje bezocht en ik vroeg haar of de mensen die hier met zo weinig leefden niet ontzettend ongelukkig waren. Ze keek me bevreemd aan. Ik ging nog verder en vroeg of er in Nepal niet ontzettend veel mensen antidepressiva slikten. Nee, dat medicijn kende ze niet en ze vroeg me dan waarom mensen dat in Nederland dan wel op zo’n grote schaal slikken. Tsja, omdat veel mensen zich ongelukkig voelen en dat gevoel niet willen voelen. Daar kon ze zich niks bij voorstellen. De familiebanden zijn in Nepal hecht, iedereen staat voor elkaar klaar en juist dát, en niet materiele rijkdom, maakt gelukkig. Of in ieder geval minder ongelukkig.

Met Dina heb ik gesprekken zoals ik ook hier met vriendinnen heb terwijl onze levens niet meer van elkaar kunnen verschillen. Toch voel je dat je veel op zielsniveau met elkaar gemeen hebt.

Op mijn India-foto’s komen wel eens negatieve reacties binnen van vrienden. Men heeft al een hekel aan het land, of aan de mensen, zonder er ooit te zijn geweest. Maar ze voelen dan dat het er vreselijk moet zijn. Ik heb daarentegen zelden zulke open, makkelijk contact leggende mensen ontmoet als in India. Iedereen praat met je, is nieuwsgierig naar ons leven, ze veroordelen ook de groepsverkrachting in de bus in Delhi en willen weten wat er dan zoal bij ons gebeurt. Ze zijn het niet allemaal eens met het beleid van premier Modi. In de overvolle aangeduwde metro in Delhi hielp werkelijk de hele coupé me om uit stappen bij het juiste metrostation. Kortom, als je reist merk je dat de meeste mensen gewoon meer dan ok zijn, op jezelf lijken en het beste met de wereld voor hebben. En dat weegt best op tegen de vliegschaamte als je het mij vraagt. Namasté aan de lezers van deze blog! (de ziel in mij, groet de ziel in jou.)

Wie is de reisleider?

Wie is de reisleider? Ooit een tv-programma in de tijd dat ik de opleiding deed tot reisleider. Dagtochten voorbereiden, organiseren en begeleiden vind ik leuk om te doen. Een tweedaagse trip ook nog wel. Maar twee weken met 65+ ers op reis door India, China of Italië reizen en al hun problemen oplossen, dat is andere koek. Ik zou van minder een migraineaanval krijgen. Alleen zijn er soms van die dingen die je niet in de hand hebt, zoals als de reisleiding wordt weg bezuinigd de laatste twee stranddagen in Zuid-India. Dan denk je: ‘In een strandresort kan er niks geks gebeuren, dan heb je gewoon twee dagen rust’. Niets is minder waar.

Reisleidster Irma had me gevraagd of ik de transfer naar de luchthaven wilde begeleiden. Ontbijtboxen uitdelen, koffers tellen, mijn medereizigers tellen, uitchecken van de groep, fooi voor de buschauffeur uitdelen en zijn helper en de groep tot aan de gate brengen. De fooi had ik netjes opgeborgen, ik zou als een moederkloek ervoor zorgen dat iedereen veilig op de luchthaven kwam. Dat was te doen, leek me.

Tijdens de afscheidsborrel maakte ze de grap: ‘Oh ja, jongens, ik ga dus vannacht naar huis, maar als er de komende twee dagen iets is, Diandra is ook gediplomeerd reisleidster en kan jullie dan helpen.’

 

De volgende ochtend werd er om 7.30 uur op mijn hotelkamerdeur geklopt. Ik was nog ietwat versuft, want we hoefden eens niet om 8 uur in de bus te zitten en om 7 uur de koffers bij de deur te zetten. Housekeeping? Nee, die kondigen zich normaal aan door drie keer “Housekeeping!!”  te roepen en dan pas voorzichtig binnen te komen. Met mijn duffe hoofd heb ik de deur opengedaan en reisgenoot Cyril stond in paniek voor de deur. Of ik wist welke hotelkamer reisgenoot Paul, die kinderarts was, had. Heel typisch: in groepsreizen reizen altijd artsen mee, grappige homo’s, avontuurlijke weduwen en gepensioneerden die hun geld opmaken.

Ik had geen idee waar Paul was, dus ik bood aan om me snel te douchen en naar de ontbijtzaal te komen. Daar was Paul ook niet te bekennen, alsof hij het voorvoelde. Artsen zijn ook altijd de lul op reis, want er wordt altijd iemand ziek. Zeker in India. De vrouw van Cyril had een gezwollen enkel, door een insectenbeet opgelopen in de backwaters van Kerala. Dat zag er niet fris uit. Met hun toestemming ben ik bij de receptie een dokter gaan bellen en we konden een uur later al terecht. Dan gaat mijn noodplan in werking: Paspoort, verzekeringspasje, creditcard, zakdoekjes, flesje water, alle facturen bewaren, alle verpakkingen van medicijnen bewaren, alles fotograferen en uiteindelijk een Fit to Fly vragen aan de arts. Anders kun je op de terugvlucht worden geweigerd. En je wil maar één ding: zo snel mogelijk naar huis.

Het hotel bracht ons naar de dokter die zeer kundig was, bloed prikte, antibioticum voorschreef een gel om de wond af te dichten mee gaf. De uitslag van het bloedonderzoek zou de dag er na komen. Cyril was bijna mijn tweede patiënt, die stond op kiepen door alle commotie en heb ik in een andere ruimte moeten zetten. Zijn vrouw, moeder van drie kids, kon het prima handlen en ik heb gecheckt of de naalden steriel uit de verpakking kwamen. Ja, zo achterlijk zijn ze in India nu ook weer niet.

In de groep gonsde het later over wat ze ook zou kunnen hebben en het werd met het uur spannender. Nog even en haar voet, of nee, haar hele been zou geamputeerd moeten worden.

In de tussentijd hebben we een melding gedaan bij Eurocross, zodat alles vergoed zou worden. De mevrouw aan de telefoon verstond het Zeeuws Vlaamse accent van Cyril niet en kreeg mij toen aan de lijn: ‘Eerst heb ik iemand uit Zeeland die ik niet versta en nu u uit het zuiden des lands’, zei ze. Tsja, ze had het er maar mee te doen.

Vervolgens heb ik de hulplijn van Fox Reizen gebeld of er misschien een lokaal agent kon helpen. ‘ Mevrouw, mag ik vragen waarom u ons eigenlijk belt en meneer en mevrouw niet zelf?’. Nou, omdat meneer en mevrouw slechts 3 woorden Engels spreken, helemaal van de kaart zijn, niet weten wat ze moeten regelen in noodgevallen en blij zijn dat ze geholpen worden. Met die mevrouw van Fox zou ik bij thuiskomst nog een appeltje te schillen hebben. Reisleidster Irma had ik inmiddels ook al geappt, die ook een klacht zou indienen bij het hoofd reisleiding en met op elkaar afgestemde verhalen.

Inmiddels was het dag twee, de dag van de bloeduitslag, die gelukkig best ok was. Ik had dokter Paul mee gevraagd om deze uitslag aan ons uit te leggen. De Fit to Fly werd verstrekt en we konden voor het eten even samen borrelen om te vieren dat het goed zou komen.

De dag van vertrek (die ontbijtboxen en fooi uitdelen was peanuts vergeleken bij de laatste twee dagen waarin ik geen strand had gezien) was aangebroken. En na de Security check zat ik even rustig, dacht ik. ‘Diandra! Diandra! Ik ben mijn iPad kwijt!!’ 

Reisgenote Annie kon na de security check haar iPad niet meer vinden en die had ze toch echt in zo’n blauw bakje gedaan. Ook Annie sprak iets van 20 woorden Rotterdams Engels. Op naar de security mannen en hun blauwe bakjes. Waarom stonden daar twee bakjes apart op een bureau? ‘ Can I ask you what is those two trays?’ En ja hoor, de iPad van Annie. Eind goed, al goed. Bij thuiskomst kwam een kaartje met bloemen van Cyril en Lilianne en gelukkig was ze aan de beterende hand. Dit waren dus maar 2 dagen, kun je nagaan wat er in 2 weken India kan gebeuren.

 

The American Dream

Het is even afkicken van de gratis mayo, gratis kraanwater en allerlei gratis opties in de restaurants. Van alles wat mogelijk is, ook als het niet op de menukaart staat. Afkicken van mensen die zomaar een praatje met je maken en alles willen weten over Nederland. Het is afkicken van altijd wc-papier en zeep op de (openbare) toiletten. Afkicken van vriendelijk winkelpersoneel. Het summum was wel bij Victoria’s Secret waar ik lipgloss ging kopen, die ik ook al op had:” Oooooh honey, I already thought you were wearing one of ours. It is soooooo glossy and shiny!” Mijn onderbroek (ook van hen, maar dat kon ze gelukkig niet zien) viel er bijna van af. Welcome back in Holland!

De vorige keer dat ik in de Verenigde Staten was, was Obama nog president en heb ik stiekem staan zwaaien bij het Witte Huis. Misschien keken hij of Michelle net naar buiten. Nu ten tijde van Trump was ik iets huiveriger, maar het viel al met al mee. In Californië zijn ze enorm progressief, rijden er meer Tesla’s rond dan ik ooit bij elkaar heb gezien en staan er zoveel windmolens in de buurt van Palm Springs, dat je de hele staat van elektriciteit kan voorzien.

Amerika intrigeert me al sinds de verre voorloper van 3 op Reis, Veronica goes America en Beverly Hills 90210. Ik heb, toen ik 16 jaar was, alle informatiefolders aangevraagd van een jaar high school of een talencursus in Los Angeles. Stille hint naar mijn ouders, die hem doelbewust niet oppikten. Vorige maand, 25 jaar later, reed ik dan eindelijk door Beverly Hills, op Rodeo Drive. De PC Hooftstraat verbleekt hierbij. Op naar The Getty Center met uitzicht op Bel Air (de Fresh Prince was niet zo mijn ding). En naar Venice Beach waar Baywatch werd opgenomen en ja, ik ben ook even de zee in gerend en het geheim is dat het heel lang ondiep is en je daardoor net zo elegant kunt rennen als Pamela Anderson. Klein detail: ik droeg geen oranje badpak. Maar er was wel een knappe baywatch met oranje redding plankje.

Het is helaas ook door het toerisme, waar ik mezelf ook schuldig aan maak, overvol in de nationale parken. Aziaten en Oost-Europeanen die vroeger niet achter het ijzeren gordijn vandaan konden komen, reizen nu net als wij dat het een lieve lust is. Begrijpelijk. Ik met mijn reiswee snap hen helemaal. In Yosemite is het filerijden naar het Glacier Point. De wachttijd om naar boven te rijden is er in het hoogseizoen tussen de 45-90 minuten. De shuttlebussen in Grand Canyon en Zion National Park rijden af en aan om de hordes toeristen van uitkijkpunt naar uitkijkpunt te brengen. De grootste en oudste sequoia boom zien is geen spirituele ervaring, maar wachten tot je snel een foto kunt maken, zonder dat er vreemde mensen op staan. Oude energieën en de levenswijsheid van de boom heb ik niet gevoeld in “the heat of the moment”. Ga je in Yellowstone The Old Faithfull geiser bekijken, dan moet je over 3 rijen dik heen kijken. Dat is niet handig als je 1.62m bent. Zo ziet dat er op tv nooit uit! Die presentatoren lopen alleen en verloren rond en ik vraag me af hoe ze dat klaar spelen.

De mega roadtrip naar de Verenigde Staten zit er helaas weer op. En ik ben inmiddels weer gewend aan de botheid in de winkels, de slechte service in de restaurants en collega’s die geen goedemorgen kunnen zeggen vanwege een ochtendhumeur/autisme/verlegenheid. Alles went.

Thomas Cook is niet meer

Zoals jullie wel weten, ben ik niet vies van het maken van reizen. In het digitale tijdperk is dat meestal met een muisklik geregeld en zo heb ik wel eens een reis sneller geboekt dan dat ik er goed over kon nadenken. Bij de laatste boeking ging dat echter niet zo vlotjes.

Deze zomer was ik bij C&A en nee, dat is geen kledingwinkel, maar dat zijn twee mede reisverslaafden die mij van informatie voorzien over toekomstige bestemmingen. Waardoor ik met nog meer inspiratie thuis kom, dan ik naar hen toe ging.

Zo had ik het plan gevat om rond carnaval (in 2020) het land te ontvluchten en naar Oman te gaan. Zij waren daar geweest, waren enthousiast en het draaiboek had ik in concept al klaar. De route, hotels, hightlights. Alles stond er al in. Terloops lieten ze nog even Japan zien en oh ja, ze gaan dit jaar ook nog naar Israël en Singapore. En toen was mijn verwarring compleet. Was Oman wel de beste keuze? Is het land niet een mix van Dubai, Jordanië, Egypte en Marokko? Mijn reisgenoten waren duidelijk: Oman zou het niet worden.

En tsja, Japan zetten we alvast voor voorjaar 2021 op de wensenlijst. Maar daarmee heb je nog geen vakantie om carnaval te ontvluchten. Het zou een cruise worden. Ja, zo door het Panamakanaal, langs Caribische eilanden. Te beginnen in Miami en eindigend in San Diego. En och, in die twee steden ook even een paar dagen verlengen om twee mini citytripjes te doen. Maar dat werd een te dure grap bij een cruise die 10 zeedagen had en bleek aan te meren in stadjes waar geen fluit te doen is. De rederij vermeldde dat zelfs op de website. En zo zijn we terug bij af. Israël dan? Mwah, daar is het in februari toch nog aan de frisse kant. Singapore dan doen?

Ok, we gaan Singapore uitzoeken. Vlucht en hotel. Maar door de bomen zie je het bos niet meer en de prijzen rezen de pan uit. Hotelrecensies die elkaar tegenspreken en waar mijn reisgenote zenuwachtig van werd. Dit leidde uiteindelijk tot niks. Totdat ik uiteindelijk terecht kwam bij de ouderwetse Neckermann, de Belgische dan wel. Omdat ik daar in het verre verleden goede ervaringen mee had. Na jaren zelf reizen samenstellen, routes uitstippelen, tickets voor tours met of zonder Indianen boeken kwam ik via internet uit bij een vestiging die toevallig donderdagavond open was en die me telefonisch te woord stond. In Zwijnaarde, of all places. Daar hielp Lieselot, mijn reddende reisengel, me perfect en aan het einde van de avond was de reis geboekt, met de beste vlucht en een mooi hotel tegen een zeer nette prijs.

De zomer ging voorbij en het werd september en Thomas Cook ging failliet. Deze sleepte Neckermann mee in het faillissement, zowel in Engeland, Nederland, Duitsland als in België. Ik volgde de Belgische berichtgeving op de voet. Het Garantiefonds Reizen in Brussel had het zo druk dat eerst de noodgevallen werden geholpen en ze verder niemand telefonisch te woord konden staan of andersoortige mails konden beantwoorden. Ik durfde Lieselot niet lastig te vallen, want er waren wel meer dringende gevallen. Zij zou zelf immers ook nog ontslagen worden. En net op het moment dat ik alle bewijsstukken voor het Garantiefonds Reizen wilde gaan scannen, kwam er een mail binnen van Lieselot. In haar letterlijk laatste werkuur. De reis was geboekt via partnerorganisatie Expedia en die waren buiten het faillissement gebleven en onze reis zou 100% door gaan. Dat wilde ze me even laten weten en me geruststellen. Zij en al haar collega’s zijn inmiddels hun baan kwijt. Dat is zuur. De reisbranche gaat de laatste jaren niet lekker, doordat het zo gemakkelijk en goedkoop is geworden om zelf alles te boeken via internet. Iets wat ik normaal ook doe. Ik hoop dat er een overname komt en dat alle oud-werknemers een nieuwe baan krijgen. Want als ik met Carnaval bij Marina Bay zit, voelt het toch wat raar dat ik daar ben en dit allemaal is gebeurd. Maar bij deze: Lieselot en alle collega’s dankjulliewel! Uiteindelijk gaan mensen de menselijke service bij internetaankopen missen en komt er wellicht een omwenteling.

Foto: Cor van Dorst

Bestemmingen om over te slaan

De wereld is mooi. En de meeste bestemmingen kan ik aanraden. De meest gestelde vraag is wat ik nu het allermooiste vind, maar alles is anders en op zijn eigen manier mooi. Het ligt er maar aan waar je naar op zoek bent en of je even cultuur wilt snuiven of een portie natuur.

Er zijn echter ook bestemmingen die je kunt overslaan. Zonde van je tijd en geld. De onbetwiste nummer 1 is Sofia in de stedentrip categorie. Ik ging met vriendin S. op citytrip met als doel “Eens kijken of daar in Sofia ook wat te doen is, want er vliegt immers een vliegtuig naar toe vanuit Eindhoven Airport”. En na dag 1 wisten we al dat er gewoon geen fluit te doen is, behalve vrijgezellenfeesten voor en met dronken Britten, die het daar goedkoop op een drinken konden zetten.

Wij zochten cultuur, hippe wijkjes en we hebben echt alles in Sofia gezien. We liepen van de kaart af, zo ver waren we buiten het centrum beland. Als de taxichauffeur die je van luchthaven naar hotel brengt, je als tip geeft een shopping mall buiten het centrum waar zo mooi een Mango en Zara liggen, dan weet je al dat er in de stad echt weinig te zien is.

Op zaterdag en zondag hebben we bijna hetzelfde rondje gelopen. De eerste keer op eigen gelegenheid en de tweede keer met een free city tour. We wisten toen zeker dat er niet meer te zien was dan dat.

Een andere bestemming die je kunt overslaan is Tunesië. In de Magreb zijn er wel mooiere landen met een afwisselender landschap zoals Marokko. Als je louter voor een strandvakantie gaat en eens een dagje naar het blauwe stadje Sidi Bou Said wilt gaat als ultiem hoogtepunt van je reis, dan kun je vrede hebben met deze bestemming. Maar ben je van de wervelende hoofdsteden, dan kun je Tunis overslaan. Houd je van woestijnlandschappen, dan is de woestijn vele malen mooier in Marokko en Jordanië. Houd je van culinair genieten, dan kun je beter naar het Midden-Oosten gaan met de verfijnde keuken. Kortom, Tunesië wordt nooit mijn all time favorite bestemming.

Een andere citytrip die ik mager vond, is Madrid. Ik smul van Valencia en Barcelona, maar in de Spaanse hoofdstad kon ik mijn draai niet vinden, kwam ik wel in de hippe wijken, maar was dat het toch ook niet helemaal, was het culinair niet geweldig. Mwah, hij staat niet in de top 5 van ultieme citytrip bestemmingen.

Mijn volgende blog gaat over de ultieme bestemming: een roadtrip door het westen van de Verenigde Staten. Ik zet me de komende maand over mijn Trump aversie heen. Steek mijn middelvinger naar hem op en ga steden als San Francisco, LA en een hele riedel aan Nationale Parken bezoeken. Van Yosemite tot Yellowstone. Tot de volgende blog en voor reistips, mail naar info@diandrareistenregelt.nl.

Bestemming België

Je hoeft niet ver weg te gaan om avontuur te beleven, mooie dingen te zien of je te verwonderen. Ga maar eens een weekendje weg naar onze zuiderburen en je maakt het allemaal mee.

Het begint met het rijden over de Belgische snelwegen. Avontuur gegarandeerd. Dacht je dat ‘De gevaarlijkste wegen van de wereld’ ver weg zijn? Nee hoor, zodra je de grens over gaat naar België start het avontuur. Het valt ons Nederlanders op dat er geen richting wordt aangegeven bij het wisselen van rijbaan. Dat er nog vaker dan in ons eigen land te hard wordt gereden, dat er onverwachte manoeuvres plaatsvinden, zodat je auto rijdend met 120 km/u bijna aan gort wordt gereden. Zo kan het gebeuren dat je wordt ingehaald en dat die persoon je vervolgens zo afsnijdt dat als je niet geremd had, je geen motorkap en inhoud meer had gehad. Het zijn vaak Indiase toestanden of zelfs toestanden waar ze in India nog van zouden schrikken. Tot zover het Belgische verkeer: wees gewaarschuwd.

Er zijn ook goede dingen waar wij jaloers op kunnen zijn, zoals de campagne “Bedankt om niets, uit het raam te gooien”. De bermen langs de Vlaamse snelwegen zijn beduidend schoner dan in Nederland. Er ligt amper nog plastic afval en goed voorbeeld doet volgen. Dus chapeau voor Vlaanderen op dit gebied!

Dan zijn er natuurlijk mooie steden om te bezoeken. Antwerpen en Brussel zijn wel bekend bij de gemiddelde toerist. Toen ik nog in Antwerpen woonde, hoorde ik op zaterdag vanaf 12 uur de Nederlandse toeristen kakelend door de winkelstraten lopen. Wat zijn wij toch een luidruchtig volkje.

Dan zijn er ook nog prachtige steden zoals Gent met zijn Gentse feesten en terrasjes langs de Leie of Mechelen met de Romboutstoren en de Vismarkt en het Begijnenhof van Kortrijk. Deze pareltjes worden minder frequent bezocht en zijn zeker de moeite waard. Kortrijk heeft alles in de stad perfect bewegwijzerd voor de toerist. Zo kom je vanzelf bij het Begijnenhof en Buda-eiland waar de hipheid van afstraalt. Ik was vorige maand in Ieper om het Flanders Fields museum te bezoeken. De “Grote Oorlog” zoals WO I wordt genoemd is bij ons minder bekend. Op school hebben we hier minimaal over geleerd en in dit museum wordt de oorlog perfect uitgelegd. In de nabijheid van Ieper zijn ook diverse oorlogsbegraafplaatsen te bezoeken. En in Diksmuide vind je nog echte loopgraven met een bezoekerscentrum met uitleg. Dat doen onze buren goed. Kortom, je krijgt een weekend in Vlaanderen goed gevuld en je kunt je verwonderen zoals je dat ook in verre oorden doet en dat zonder lange vliegreis. Wat wil een mens nog meer? Voor tips kun je altijd contact met me opnemen via info@diandrareistenregelt.nl.

Cuba na Castro en Cuba ten tijde van Castro

Het zal niemand verbazen dat ik groot fan ben van de reisdocumentaires van de VPRO. Mijn nieuwe favoriet is Cuba na Castro. Cuba was in 2001 mijn eerste grote reisbestemming buiten Europa. En dat was even wennen. De meeste aspirant reizigers beginnen met het toegankelijkere Azië, maar Cuba ten tijde van Castro met het bijbehorende communisme en armoede was wel de ultieme cultuur shock.

Toentertijd mochten mensen geen eigen bedrijf hebben, maar er waren wel zogenaamde paladars. Particulieren die min of meer stiekem hun eigen restaurant runden. Als er gecontroleerd werd, moesten de lichten uit en zo zat je dan te smikkelen in het donker. Avontuur voor de reiziger. Minder leuk voor de eigenaar.

Was in Cuba iets kapot, dan was het tien jaar later nog steeds kapot. Dat gold voor alles in een hotelkamer, badkamer, in liften en infrastructuur.

Iedereen kent de beelden van het oude vervallen Havana. Een toeristische attractie vanwege dat achterstallig onderhoud. Voor de Cubanen zelf een reden om weg te gaan, zoals presentator Yuri in Cuba na Castro vertelt. Want het deprimeert. Je weet dat het niet beter wordt en dat de overheid het geld verkeerd besteedt. De bevolking wordt arm gehouden, moet eten kopen via een bonnen systeem en kan zo net in zijn eerste levensonderhoud voorzien. En niet meer dan dat. Alle toeristen weten dat ze hotelzeepjes, shampoo en kleding van thuis kunnen uitdelen aan de mensen. Iets waar ze toen reuze blij mee waren. Wellicht nog steeds.

In vergelijking met Oost-Europa vóór 1989, waar ik als kind ook ben geweest, was Cuba een salsa communistische staat. Overal wordt muziek gemaakt, swingt de salsa de pan uit en spelen er orkestjes a la Buena Vista Social Club. Dat maakt de ellende iets minder erg, iets minder zwaar.

Maar daaronder zat een laag van ellende en onderdrukking. In Havana sprak ik een pianoleraar, zijn vader was de nieuwslezer van het Cubaanse journaal. Hij zei: “ There are two liars in this country. Fidel Castro and my dad who tells Fidel’s lies.”

Fidel is niet meer en zijn broer Raúl is president af. Ik heb nog naar Fidel’s speeches gekeken op de Cubaanse tv die doorspekt waren met woorden als popularidad en solidaridad. Van de pianoleraar kreeg ik de Cubaanse krant mee, de Granma. De spreekbuis van de communistische partij. Thuis heb ik enkele artikelen laten vertalen en het buitenlandse nieuws klopte grotendeels, maar over Fidel niets dan goeds. Kritiek uiten op het politieke systeem was not done.

Ik ga met gemengde gevoelens verder kijken naar Cuba na Castro. Omdat het land me destijds heeft geraakt, omdat ik zie dat er na 18 jaar nog bitter weinig ten goede is veranderd en omdat het ook mooie herinneringen oproept aan mijn eerste verre reis.

Om in de Cubaanse sferen te blijven, is mijn favoriete Zumba liedje La Gozadera van Gente de Zona. Zij hebben het gemaakt in dat communistische Cuba en zijn ver boven het socialisme van Castro uitgestegen. Chapeau!

25 miljoen mensen, op een heel klein stukje aarde

De Kumbh Mela is op het moment van schrijven aan zijn laatste dag bezig. Het grootste festival ter wereld. En dan bedoel ik echt groot. Er zijn al vaker doden gevallen, omdat mensen elkaar in de drukte vertrappen. Een gemiddeld popfestival is er niks bij. Pinkpop en Lowlands zijn lachertjes. Als je de Kumbh Mela kunt organiseren, dan kun je alles aan. Er komen meer dan 100 miljoen mensen naar toe en voor die pelgrims zijn tentenkampen, toiletten, eten, afvalvoorziening, politieposten en pinautomaten voorzien. En dat op een gebied van 8 km langs de Ganges en 4 km in de breedte.

Elke drie jaar wordt er een Kumbh gehouden in één van de vier heilige plaatsen in India. Dat zijn Ujjain, Haridwar, Nasik en Allahabad. Hindoes nemen dan een bad in de heilige rivier en wassen op deze manier hun zonden weg. De datum wordt bepaald aan de hand van de stand van de zon en de maan. Ik was in Allahabad en de reis was zo gepland dat we op de belangrijkste baddag van de sadhoe’s en goeroes erbij waren. De Kumbh duurt zes weken in totaal en heeft dit jaar 120 miljoen pelgrim verwelkomd, waarvan er 25 miljoen aanwezig waren op DE baddag, 4 februari. Het was dringen geblazen. Dat kan ik je verzekeren.

Als je wat rondloopt over de Kumbh kom je ogen, oren en een neus tekort. Alle 5000 aanwezige goeroes hebben hier een tentenkamp opgeslagen voor henzelf en hun volgelingen. Deze heten Akhara’s en zijn ware kunstwerken. Als je hier naar binnen gaat, wordt je neus geprikkeld door de hasj-geur, want de volgelingen en sadhoe’s roken dat het een lieve lust is. Iedereen is zo stoned als een garnaal. Sadhoe’s zijn asceten, die verlicht zijn en dit bewijzen door bijvoorbeeld de hele dag op 1 been te staan, of 1 arm in de lucht te houden, of zwaarden/messen rondom hun piemels te binden. “Waarom?” denk je dan. Je kunt hier uren rondlopen en deze freak-show bekijken en je komt niet uitgekeken.

Het is wonderlijk om te zien met hoeveel devotie de pelgrims de Ganges in gaan. Deze heeft de kleur van thee en het zou me verbazen als deze echt zonden wegwast en geen infecties veroorzaakt. Mannen en vrouwen nemen een bad, kopje onder, prevelen een gebed en drogen zich dan af en trekken hun sari’s weer aan. Dit gaat 6 weken zo door.

Op de belangrijkste baddag gaan de 5000 goeroes in optocht naar de Ganges. Hier in Limburg trekt een carnavalsoptocht weleens twee of drie uur, daar meer dan een dag. Elke goeroe zit op een versierde wagen, met zijn volgelingen op de wagen en achter de wagen en deze stoet kent geen einde.De pelgrims willen deze optocht bekijken en zo verzamelen zich 25 miljoen mensen langs de route en aan de Ganges. Het is de ultieme test om te kijken of je tegen drukke menigtes kunt. Ik ben er achter gekomen dat ik dat niet kan. De optocht barstte letterlijk uit zijn voegen en een dranghek kwam mijn kant uit , een naakte sadhoe sprong over me heen en enkele volgelingen idem dito.

Ik keek om me heen en het was zwart van de mensen. Ik was de tel kwijt voor ik bij 25.000.000 was, maar het waren er veel.  Zo’n mensenmassa is niet voor te stellen. Mijn wijze moeder adviseerde me vooraf: “Blijf aan de rand en zorg dat je niet in de menigte staat.” Uhm, er was geen rand.
Zie de link naar de luchtfoto’s om hiervan een idee te krijgen.

Uiteindelijk kwamen we toch uit die mensenzee en ik ben nog nooit zo opgelucht geweest. Weer ruimte om me heen en niet verdrukt worden, gewoon adem kunnen halen. Als reisbestemming heb ik een haat-liefde verhouding met India. De gebouwen zijn prachtig, de mensen heel erg vriendelijk, de geschiedenis is boeiend, het afvalprobleem is onmenselijk en onoplosbaar, het verkeer is dodelijk en je komt niet tot rust door zoveel prikkels. De Kumbh Mela raad ik als vakantiebestemming niet aan. Omdat het gewoon echt gevaarlijk is in die massa. Dat zal vast de reden zijn dat nog geen enkel Nederlands reisprogramma er verslag van heeft gedaan. Zelfs Tom Waes niet. En dat wil wat zeggen.

Luchtfoto’s van de Kumbh Mela 2019 op 4 februari: https://www.news18.com/photogallery/india/most-incredible-aerial-photos-captured-at-kumbh-mela-2019-2024495.html

Kumbh Mela in Allahabad, India: 120 miljoen bezoekers verwacht, waaronder ik.

Zoals ik al in mijn eerdere blogs schreef, is India de topbestemming als het gaat om het bereiken van een euforisch geluksgevoel. Als je gelukkig wordt van reizen, dan word je van reizen naar India echt über gelukkig. Dus ik vertrek deze week weer naar India om heel gelukkig te zijn. Waarschijnlijk hebben me de drie eerdere reizen naar India onbewust zo’n geluksgevoel bezorgd, dat ik steeds opnieuw een reis naar India boek. Soms is het een kwestie van een paar muis kliks en het opgeven van mijn gegevens. En dan heb ik per ongeluk weer een reis naar India geboekt.

Deze reis heeft als thema de Kumbh Mela. Dat is het grootste religieuze festival ter wereld. De hindoes wassen dan hun zonden weg in de rivier de Ganges. Een hele Kumbh Mela wordt 1x in de 12 jaar gehouden en een halve Kumbh Mela wordt 1x in de 6 jaar gehouden. De hele of de halve zegt niks over de grootte van het festival. Want ik ga nu naar Allahabad, waar de halve wordt gehouden en dit wordt grootste Kumbh Mela ooit. Ik vertelde de laatste weken aan geïnteresseerden dat hier zo’n 1 miljoen mensen bij elkaar komen, kan iets meer zijn. Ik vind 1 miljoen festivalgangers in een stad waar minder dan 1 miljoen mensen wonen, al heel wat.

Nu las ik op de BBC website een leuk artikel over feitjes rondom de Kumbh Mela. Er komen de komende 49 dagen 120 miljoen Hindoes naar Allahabad. Laat even 120 miljoen mensen tot je doordringen. Op 4 februari vindt het belangrijkste ritueel plaats en wie is daar bij aanwezig? Ik, zei de gek. Op die dag worden er 30!!!!! miljoen pelgrims verwacht. Dat is bijna twee keer de bevolking van Nederland, in een stad zoals Amsterdam, maar dan compacter. Dat wordt een gezellige boel. Er zijn het afgelopen jaar 300 km extra wegen aangelegd rondom Allahabad. Er zijn 122.000 Boels toiletten, 22.000 afvalcontainers, 30.000 extra politiemensen, 4200 luxe tenten. En dat op 1 km².

Ik ben wat gewend als het om verre reizen gaat. Maar dit wordt wel een dingetje om het zo te zeggen. Ik weet niet of Eric Terpstra, Floortje Dessing en Tom Waes dit al eens hebben mee gemaakt. Anders kan de NPO me inschakelen voor de volgende documentaire reeks. Met als thema de Kumbh Mela in Allahabad. Jullie lezen in mijn volgende blog hoe het is geweest.

Foto en bron: www.bbc.com en Getty Images